Interview met Natalie Burgers: “Regio's willen gezien en gehoord worden.”

Natalie Burgers, programmadirecteur Regio Deals, sprak met het platform Gebiedsontwikkeling.nu over de inzet van Regio Deals. Het onafhankelijke platform fungeert als een open bron van kennis, nieuws en debat voor professionals, onderzoekers en studenten die zich bezighouden met gebiedsontwikkeling. In het interview sprak Burgers over de samenwerking tussen Rijk en regio, de uitdagingen en de successen van Regio Deals.

Beeld: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / foto: Marcel Kentin

Natalie Burgers is als programmadirecteur Regio Deals met haar collega’s de ambtelijke schakel tussen Rijk en regio. Met 900 miljoen euro in de portemonnee hoopt ze samen met de regio’s de komende jaren de ideale samenwerking tussen Rijk en regio op te zetten. Om zo het leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers te verbeteren. “Regio's willen gezien en gehoord worden.”

U bent in februari begonnen als programmadirecteur Regio Deals. Hoe is het eerste halfjaar voor u geweest?

“Het is heel goed bevallen, maar het was erg druk. De Regio Deals waren natuurlijk al een heel hard rijdende trein. Er liepen al 30 Regio Deals toen dit (het nu demissionaire, red.) kabinet opnieuw 900 miljoen euro beschikbaar stelde. Het spannende was dat met dat nieuwe budget ook de verantwoordelijkheid voor de Regio Deals overging van het ministerie van LNV naar het ministerie van BZK. Maar het team bleef grotendeels bij LNV. De teamleden daar zijn onder andere aan de slag gegaan met de hele stikstofaanpak. Dat betekende dat ik als programmadirecteur bij BZK een heel nieuw team moest samenstellen.

Tegelijkertijd liepen er dus al dertig Deals en was de nieuwe, vierde tranche voor het aanvragen van nieuwe Deals opengesteld. Dus het was alles bij elkaar een flinke klus. Een half jaar later zitten we middenin die vierde tranche met 14 regio's in het proces van het sluiten van de deals. En het kabinet heeft besloten ook de vijfde tranche open te stellen. Dus het is heel veel werk met een team dat best nieuw is. Inclusief ikzelf.”

Tussen 2018 en 2022 ging er in totaal 950 miljoen euro naar de Regio Deals, de komende vier jaar is dat 900 miljoen. Waarom is het volgens u een belangrijk instrument?

“Hanke (Bruins Slot, demissionair minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, red.) zegt dan altijd: ‘Het gaat pas goed in Nederland als het overal goed gaat.’ En dat is ook echt het motto van de Regio Deals. Een deal begint altijd met een voorstel vanuit de regio, maar het instrument is echt bedoeld als samenwerking tussen Rijk en regio en samenwerking in de regio. De inzet is om het leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers daar te verbeteren.”

We hadden oorspronkelijk een cofinancieringseis van 50 procent tussen Rijk en regio. Daar werd in de evaluatie best veel commentaar op gegeven.

“Een goede Regio Deal is een Regio Deal waarin je samen een goede analyse hebt gemaakt van het vraagstuk en daarna met elkaar een plan hebt gemaakt dat echt past bij die regio. Dat kan heel specifiek zijn, maar moet bovenal goed passen bij het gebied. Wanneer dat zo is, leidt dat tot een betere samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven en overheden. Het zorgt ook voor een betere samenwerking tussen Rijk en regio. De samenwerking die is ontstaan in een Regio Deal werkt vaak als vliegwiel voor de ontwikkeling van een heel gebied. De feedbackloop tussen gemeentes, provincies, bedrijven, scholen en ministeries is heel kort. Dat is de kracht van dit instrument. Je leert elkaars taal spreken, elkaars werelden kennen en je gaat door de pot met geld echt met elkaar aan de slag.”

We zitten nu middenin de tweede beleidsronde van het instrument. Die bekendheid en de al behaalde resultaten maken uw werk wellicht iets overzichtelijker omdat de Regio Deal een bekend fenomeen is. Maar waar was er nog verbetering mogelijk?

“De snelheid die nu in de vierde en vijfde tranche zit, kunnen we realiseren doordat er al heel veel lag uit de eerste vier jaar. Ik kon gebruik maken van alles dat LNV in die periode had opgebouwd. En er is onderzoek gedaan naar het functioneren van de Regio Deals in die periode en daar hebben we op voortgebouwd. Maar er zijn ook echt dingen veranderd.

We hadden oorspronkelijk een cofinancieringseis van 50 procent tussen Rijk en regio. Daar zat als logica achter dat regio en Rijk met hetzelfde commitment echt samen aan de slag gaan omdat ze allebei evenveel geld in de pot stoppen. Daar werd in de evaluatie best veel commentaar op gegeven, omdat deze voorwaarde het voor bepaalde regio's moeilijker maakte om een Regio Deal-aanvraag in te dienen.”

Beeld Regio Deals RVO
Beeld: ©RVO / Mediatheek Rijksoverheid

“Vooral kleinere gemeentes deden uiteindelijk minder mee. In de vierde tranche hebben we die voorwaarde aangepast en gezegd: het uitgangspunt is 50 procent, maar regio's kunnen beargumenteerd afwijken. Het tweede dat we hebben aangepast, is dat we hebben gezegd: als regio’s moeite hebben met een aanvraag omdat ze te weinig slagkracht hebben, kunnen ze een beroep op ons doen zodat we ze helpen en ondersteunen.”

Heeft u ook nog op een andere manier uw stempel gedrukt?

“Ik ben zelf aan de slag gegaan met het opzetten van het nieuwe programmateam. Ik vond het belangrijk dat de dealmakers die in de regio aan de slag moeten, uit alle delen van het land komen. Daar heb ik de nadruk op gelegd omdat ik denk dat het belangrijk is dat je veel van het gebied weet, daar ook al een netwerk hebt en je daar ook veel bent. Ik ben er waanzinnig trots op dat we nu een team hebben staan dat in alle delen van het land woont en werkt. Groningen, Ede, Den Haag, Eindhoven, Nederweert: ze komen echt overal vandaan.”

Ik denk dat we een werkwijze aan het ontwikkelen zijn die aansluit bij de vraagstukken van deze tijd.

“Maar tegelijkertijd vind ik het ook belangrijk dat deze mensen weten en snappen wat er in Den Haag gebeurt en de verbinding kunnen leggen met andere departementen en daar aanhaken. Netwerken uit de regio’s verbinden met collega's van andere departementen. Zodat je ook kan zeggen in de regio: he, de aanvragen voor het Volkshuisvestingsfonds zijn ook open, daar zou ik ook een aanvraag voor doen. Zo kunnen we vanuit de Regio Deals de gebieden op meerdere fronten vooruithelpen. We doen dit met alle departementen samen. Daar heb ik de laatste tijd veel in geïnvesteerd.”

Heeft de val van het kabinet invloed op de toekomst van de Regio Deals?

“Het is wel lastiger geworden, omdat het nog de vraag is hoe een nieuw kabinet naar de Regio Deals kijkt. De vijfde tranche is al aangekondigd, daar zijn we volle bak mee aan de slag. En het rapport 'Elke regio telt!' zegt ook: mooi die Regio Deals, maar er is meer nodig. Met dit rapport in de hand hoop ik dat we deze aanpak verder door kunnen ontwikkelen. Ik hoop dat een toekomstig kabinet het rapport omarmt en de aanpak verstevigt. Ik denk dat we een werkwijze aan het ontwikkelen zijn die aansluit bij de vraagstukken van deze tijd. En al heet het geen Regio Deals meer, dat maakt mij niets uit. Maar ik hoop wel dat deze manier van werken, dat samen aan de slag, een vlucht gaat nemen.”

Wat zijn volgens u geslaagde en inspirerende voorbeelden van Regio Deals?

“Dat zijn er heel veel. Zuid- en Oost-Drenthe is een mooi voorbeeld. Enkele kleinere gemeentes hebben het instrument aangepakt om niet alleen met elkaar, maar ook met de bedrijven en de scholen in de regio samen een plan te maken. Het behoud van de bedrijvigheid was nodig in het gebied. Met het geld van de Regio Deal is onder andere een IT-hub gecreëerd. Een aantal kleine bedrijven is gebleven, maar ook een grote verzekeraar. Dat doet iets met het hele gebied. En gemeentes hadden direct scherper wat de vraagstukken waren die ze moesten oplossen.”

“In de Achterhoek is een samenwerking tussen kennisinstellingen, gemeentes en het bedrijfsleven opgezet en zo is het Grensland College ontwikkeld. Maar er is ook gewerkt aan de bereikbaarheid en de mobiliteit. In Twente is een hele mooie campus neergezet waar mbo en mkb uit de regio nadrukkelijk samenwerken, waardoor technische opleidingen mensen afleveren die echt meteen aan de slag kunnen. Wat ik daar mooi aan vind, is dat alle partijen samen een plan hebben gemaakt en precies weten wat de regio nodig heeft.”

Parkstad in het zuiden heeft weer een hele duidelijke grensoverstijgende component. Daar is de samenwerking met het Duitse Aken gekozen om tot een mooi opleidingsaanbod kunnen komen. En in Oost-Groningen ligt de nadruk op weer iets heel anders. Daar zijn het energiecoaches die het gebied ingaan en niet alleen naar de verduurzaming van woningen kijken, maar ook het gesprek aangaan met de bewoners over hoe het gebied in zijn geheel verbeterd kan worden. De belangrijke component daar is dat bewoners worden betrokken bij de beslissingen die door overheden worden gemaakt.”

Wat hoopt u de komende jaren te bereiken en waar bent u nu al trots op?

“Dat de samenwerking tussen regio en Rijk echt beter is en wordt. Belangrijk daarbij is dat we dit doen vanuit het denkbeeld van brede welvaart. Een enorm containerbegrip, maar we willen echt vanuit ecologisch, economisch en sociaal oogpunt kijken naar een gebied. Regio’s willen gezien en gehoord worden. En ik hoop dat we aan het eind van deze cyclus allemaal kleine duwtjes hebben gegeven waardoor we in de regio's beter beleid maken. Een heel hoog en groot doel, dat realiseer ik heus. Ik denk echter dat de Regio Deals een mogelijkheid zijn om diep in het DNA van het gebied met de partijen uit het gebied nieuw beleid te maken. Het is belangrijk dat iedereen denkt: de overheid is er ook voor mij. Dat is natuurlijk al zo, maar ik merk dat je met Regio Deals echt het verschil kan maken omdat je zo diep in en met de regio aan de slag bent.”

Dit interview is eigendom van - en tot stand gekomen dankzij - Gebiedsontwikkeling.nu.