Vier rijksprogramma's varen één koers in Zuid-Limburg
Vier grote rijksprogramma's werken in Zuid-Limburg samen vanuit één gezamenlijke gebiedsagenda. Waarom die Agenda Zuid-Limburg in de praktijk heel goed werkt en welke successen er al zijn geboekt? Daarover vertellen Marjolein Jansen, directeur-generaal Ruimtelijke Ordening bij het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Arne van Hout, directeur-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in een dubbelinterview.

Zuid-Limburg onderscheidt zich van andere Nederlandse regio’s doordat het voornamelijk grenst aan twee buurlanden – België en Duitsland – en door een mijnbouwerfenis die nog altijd doorwerkt in hardnekkige sociaal-maatschappelijke problemen. Bovendien zitten zowel het landschap als de regionale bestuursculturen vol contrasten. In die context besloot Zuid-Limburg er bewust voor om de Regiodeals, NOVEX, het Nationaal Programma Vitale Regio’s (NPVR) en het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) zo goed mogelijk te laten samenwerken, met de Agenda Zuid-Limburg als vertrekpunt.
Opgaven, vraagstukken en uitdagingen verbinden
Door deze keus varen de genoemde programma’s – hoewel verschillend van aard en opzet – één gezamenlijke koers. Dat voorkomt versnippering en maakt het mogelijk om rijksopgaven en regionale opgaven écht in samenhang aan te pakken, schetst Van Hout: “Zo’n gezamenlijk vertrekpunt voorkomt dat ieder programma zijn eigen overlegstructuur optuigt. We bundelen capaciteit, middelen en energie, waardoor we sneller en gerichter kunnen werken. Ook zorgt de gezamenlijke koers voor duidelijkheid, zowel binnen het Rijk als richting de regio.”

“Met één agenda kun je bovendien opgaven in het fysieke domein verbinden aan bestuurlijke vraagstukken en sociale uitdagingen”, vult Jansen aan. Een aanpak die werkt, want de integrale samenwerking in Zuid-Limburg levert al verschillende tastbare resultaten op. Denk aan wijken die leefbaarder worden, kinderen die met veel minder achterstand aan de basisschool beginnen, werkzoekenden die via ‘bovengrondse vakscholen’ een baan vinden én groeiende verduurzaming en innovatie op het Chemelot-cluster!
Benieuwd welke bestuurlijke uitdagingen cruciaal zijn om deze samenwerking te laten slagen? Lees het volledige interview op RuimtelijkeOrdening.nl.
